De zij-instroomregeling heeft de naam niet mee. Dat is zonde, want de regeling zelf zit fantastisch in elkaar. Natuurlijk willen we bekwame mensen behouden voor het onderwijs! Maar met zo’n naam, wordt een hele doelgroep overgeslagen. Sinds 2017 is de regeling namelijk verbreed, ook ervaren maar onbevoegde leraren kunnen gebruik maken van de regeling.

Om uit te vinden hoe dit nu precies zit, en wat die mensen van DNA van de Leraar nu eigenlijk aan het doen zijn, interviewt Megin Zondervan (wat-doen-jullie-nu-eigenlijk-reporter, DNA van de Leraar) Alette Baartmans en Pieter Hettema. Zij vertellen over de ins en outs van de regeling. Wat gaat er goed? Wat kan er beter? Met DNA van de Leraar helpen zij leraren hun weg vinden binnen het bevoegdhedenstelsel. De regeling zij-instroom is daarbij één van hun belangrijkste routes. Hier delen zij wat ze in de praktijk hebben geleerd. Want op papier is het een plaatje, maar in de praktijk is het zoeken.

Pieter opent het gesprek over één van de kandidaten die hij gisteren nog aan de telefoon had: ‘Dit is een docent die al jarenlang bevoegd lesgeeft in het VMBO. Hij heeft een bevoegdheid consumptieve technieken 1 en 2. Hij geeft ook het vak economie – met veel plezier. Hiervoor heeft hij dus een bevoegdheid nodig. Het punt is dat die tweedegraads-bevoegdheid erg breed is.’ Je mag met een tweedegraads bevoegdheid lesgeven tot en met de onderbouw van het VWO. Pieter vervolgt: ‘Dit zou betekenen dat hij dus nog heel veel vakinhoud moet gaan leren. Vakinhoud die hij nu, in het VMBO, helemaal niet nodig heeft. Deze docent houdt van het VMBO, is écht VMBO. Hij zal dan ook nooit les gaan geven aan het VWO, daar ligt zijn interesse niet en daar is zijn doelgroep niet. Frustrerend is dan ook nog dat hij naar een voorlichting gaat van de zij-instroomregeling, waar hij zich als docent totaal niet aangesproken voelt. Het gaat daar teveel over mensen die het onderwijs nog nooit hebben gezien, terwijl hij al jarenlange ervaring heeft. De voorlichting over de zij-instroomregeling gaat dus niet over deze man, maar hij wil er wel gebruik van maken. Juist een regeling die veel ruimte biedt voor maatwerk, biedt voor hem géén maatwerk omdat hij dan zaken moet leren die hij in de praktijk nooit nodig heeft. Er bestaat (nog) geen bevoegdheid economie VMBO.’

‘Het interessante van de zij-instroomregeling is dat het een héél goed voorbeeld is van een regeling die echt prachtig in elkaar zit’

Megin vraagt of de zij-instroomregeling dan geen hulp zou moeten kunnen bieden: ’hoe werkt dat dan, en waarom heet dit zo?’. Die zit als volgt in elkaar legt Pieter uit: ‘Als we het natuurlijk heel letterlijk nemen is het een instroomregeling voor mensen die van opzij het onderwijs binnenkomen, daar is die oorspronkelijk ook voor bedoeld geweest. Mensen die in het bedrijfsleven of in maatschappelijke organisaties hebben gewerkt en een wetenschappelijke of vakinhoudelijke opleiding gedaan hebben. Zij krijgen vervolgens zelf kinderen met de leeftijd van de middelbare school en denken dan “hé, eigenlijk is dat best leuk, leraar zijn, waarom doe ik dat niet?”. Vervolgens komen ze bij een lerarenopleiding terecht en die zegt “je moet weer opnieuw beginnen”. Voor hen is de zij-instroomregeling bedacht. Die is denk ik al 15 jaar oud.’.

Alette vult Pieter aan: ‘Het interessante van de zij-instroomregeling is dat het een héél goed voorbeeld is van een regeling die echt prachtig in elkaar zit. Een heel mooie balans tussen dat wat je moet vastleggen als overheid en dat wat je moet loslaten. Het gaat echt uit van het feit dat mensen al dingen meenemen naar de werkvloer, terwijl we in het regulier onderwijs helemaal niet uitgaan van EVC’s, maar ‘iemand komt hier binnen als 18 jarige no-no en wij gaan daar heel veel instoppen. Bij de zij-instroom hebben ze gezegd: stel, iemand werkt al jaren in de techniek. Die relevante ervaring willen we vatten voordat we tegen deze persoon gaan zeggen wat die moet doen om bevoegd te raken. Bevoegdheid gaat eigenlijk over twee dingen, over kennis van het vakgebied, en over didactiek en pedagogiek. Dus, kun je die kennis overbrengen en kun je een klas managen; kun je met jongeren omgaan. We kunnen er natuurlijk min of meer vanuit gaan dat het pedagogische en didactische er nog niet zo erg in zit en dat het vakinhoudelijke er wel in zit. De zij-instroom regeling is zo ontworpen dat je dat nagaat bij de voordeur. Dat zouden we in het hele onderwijs door moeten voeren’.

Bij de zij-instroomregeling begin je trajecten altijd met een assessment. Hiermee wordt ingeschat wat iemand vakinhoudelijk weet, maar ook wat iemand didactisch en pedagogisch al kan. Megin: ’Het lijkt me goed mogelijk dat iemand ervaring heeft als opleider of trainer op een werkvloer bijvoorbeeld.’

‘Dat is natuurlijk wat je voor iedereen wenst, dat je aan de voorkant van welke opleiding dan ook zegt “eerst even kijken wat je al kent en kunt voordat we allemaal dingen aanbieden die niet nodig zijn”.’

Alette: ‘Dat is natuurlijk wat je voor iedereen wenst, dat je aan de voorkant van welke opleiding dan ook zegt “eerst even kijken wat je al kent en kunt voordat we allemaal dingen aanbieden die niet nodig zijn”.

Pieter gaat hierop in: ’Dit is dus de basis he, de regeling is bedacht voor mensen die van buiten het onderwijs graag IN het onderwijs willen werken. En daar moet je een geschiktheidstoets voor afnemen. Dat betekent dat er in de klas gekeken gaat worden hoe je het doet in de praktijk. Op welke punten gaat het al heel goed, en welke kunnen nog beter. Dat is één, maar twee is dat de regeling sinds een paar jaar verbreed is zodat ook onbevoegde docenten die al een tijdje in het onderwijs werken er gebruik van kunnen maken.

Alette vervolgt: ‘In september 2017 is dat gebeurd. De regeling is toen zo opengesteld dat het niet alleen meer over mensen gaat die onbevoegd voor de klas staan. Bijvoorbeeld ook: je staat voor de klas wiskunde te geven, en dat mag, want je hebt een wiskunde bevoegdheid, maar daarnaast geef je biologie. Dat mag dan eigenlijk niet want dan ben je dus niet bevoegd voor biologie, maar wel voor wiskunde.

Pieter:  ‘Of je hebt een pabo gedaan, en je werkt niet in het basisonderwijs maar in het voortgezet onderwijs, dan sta je wel met een onderwijskundige opleiding voor de klas, maar je geeft een vak. En voor dat vak ben je niet bevoegd.’

Alette: ‘Dat kan je onderbevoegd noemen, of scheef bevoegd, of schuin bevoegd, whatever.‘

Illustratie door: Pauline Baartmans

Pieter: ‘En die mensen, die voelen zich soms beledigd als ze van de lerarenopleiding te horen krijgen, dat ze nadat ze 17 jaar met succes in het onderwijs werken, ineens ook een geschiktheidstoets moeten ondergaan. Hoezo?’

Alette: ‘Dat is niet zo’n lief woord.’

Pieter: ‘Nee. Dus: één, ze herkennen zich niet in dit woord ‘zij-instromer’, want voor hen is dat niet van toepassing, ze werken namelijk al heel lang in het onderwijs. Dus klikken ze als ze op de website komen deze knop niet aan. Maar twee, op het moment dat ze er dan mee bezig gaan dan krijgen zij te horen dat er ook bij hen een geschiktheidstoets wordt afgenomen. En dan slaan ze soms gewoon direct al op tilt.’

Alette: ‘We hebben deze week al twee kandidaten gehad die dit te horen hebben gekregen en direct zeiden ‘dan komen we niet’. Terwijl het in principe precies is wat je wenst. De opleiding zegt ‘we gaan even van tevoren in kaart brengen wat je al kunt, want dan weten we zeker dat we je niks aanbieden dat je niet nodig hebt.’.

‘Er is dus niets mis met de zij-instroomregeling.’

Eigenlijk is er dus niets mis met de zij-instroomregeling. Sterker nog, hij zit geweldig in elkaar. Er is vooral sprake van slechte marketing en communicatie. De doelgroep kan de regeling niet vinden. Megin vraagt zich af wat er nu dan zou moeten gebeuren: ‘Wat doen jullie hier nu eigenlijk mee?’.

Pieter legt uit: ‘Wat wij als DNA nu doen is portretten maken van mensen die in de praktijk te maken krijgen met de zij-instroomregeling, of er ten onrechte van worden uitgesloten. Dat zijn dus voorbeelden, concrete cases van bekwame, ervaren, gewaardeerde leraren. We stellen hen centraal om lerarenopleidingen en het ministerie in een andere modus te krijgen: nu we dit verhaal gehoord hebben, moeten we er ook echt iets aan doen.

Alette vult aan: ‘Aan de hand van de cases van deze portretten organiseren we expertmeetings met alle stakeholders. We benoemen wat er goed gaat, beter kan en wisselen uit hoe dat dan mogelijk is. De ene opleider is namelijk veel verder dan de andere.

Pieter: ‘Bij zo’n expertmeeting stellen we bijvoorbeeld ook het probleem van de communicatie van lerarenopleidingen aan de orde: die laat te wensen over. Mensen voelen zich niet aangesproken, drukken op de verkeerde knop, komen in de verkeerde richting, voelen zich geschoffeerd door het gebruik van de term ‘geschiktheid’. Wat wij dan in ieder geval zullen doen is op basis daarvan met concrete aanbevelingen komen naar de direct betrokkenen: OCW/DUO en de lerarenopleidingen om hier dingen in te verbeteren.’

Alette gaat verder: ‘We gaan dus in gesprek met elkaar, en we brengen concreet advies uit aan de stakeholders. Hiernaast blijven we ook de cases bijstaan om te zorgen dat zij krijgen wat ze nodig hebben: advies op maat.’.

Want het verhaal van de economie docent, en vele anderen, moet gehoord worden. Toch?

Alette sluit af: ‘In de grotere zin ook, om deze man te behouden voor onze kinderen, want dat is wat je wenst.’.

In komende blogs, interviews en artikelen zal Megin het team van DNA van de Leraar blijven bevragen over wat ze nu precies aan het doen zijn. Er komen updates van hoe het met ‘onze portretten’ gaat. Hier deelt ze wat DNA van de Leraar zelf leert en observeert.

 

Bekijk ook deze portretten die met dit thema te maken hebben: