Onlangs werd de burgemeester van mijn gemeente benoemd voor zijn tweede termijn. In zijn praatje had hij het over zijn liefde voor het conflict. Over stevige discussie op het scherpst van de snede. Hij vertelde hoe mooi hij het vond om te ervaren dat een conflict kan helpen om tot de best denkbare oplossing te komen. En ook hoe vervelend het is als dat niet lukt. Wat dat kan doen met het onderlinge vertrouwen. Terwijl hij daar zo stond te praten moest ik denken aan een opleidingsteam dat ik coachte. De teamleden vonden het lastig om meningsverschillen in het werk op een goeie manier met elkaar op te lossen. Zoals ze zelf zeiden: “We halen niet het onderste uit de kan”. De makkelijke vraagstukken waren nog wel op te lossen, maar de netelige niet. Die bleven liggen en veroorzaakten onderlinge ergernis. Het team wilde weten hoe dat kwam en wat er anders zou kunnen.
TEAMS IN THE LEAD
In onze hogeschool verwachten we dat docententeams zelf verantwoordelijkheid nemen voor het ontwerp en de kwaliteit van hun onderwijs. ‘Teams in the lead’ zeggen we dan. We hebben het over de ruimte voor teams om zelf beslissingen te nemen. Beslissingen die moeten leiden tot het beste onderwijs voor onze studenten. Helemaal van deze tijd, zo lijkt het. Maar is dat wel zo? Al in 1993 adviseerde de commissie Van Es de politiek over de ‘professionele school’. Een school waarin docenten onderwijsvernieuwing zelf vormgeven. En al sinds 2005 zet de Stichting Beroepseer zich in voor professionele ruimte. Dat is al meer dan 10 jaar! Is het dan echt zo ingewikkeld?
Tuurlijk, er ging de afgelopen jaren het een en ander flink mis. Het hbo lag onder het vergrootglas. Missers leidden tot regels en controle. Veelal opgelegd van bovenaf. Gedreven door de angst voor gezichtsverlies en dalende studentenaantallen. Het zorgde er ook voor dat docenten zich steeds minder eigenaar gingen voelen van hun werk. Te vaak bepaalden anderen hoe het moest.
DURF
Windesheim heeft er twee jaar geleden voor gekozen om het anders te doen. Met een nieuw onderwijsconcept dagen we teams uit om de lat hoog te leggen en onderwijs te ontwerpen dat kleinschalig en persoonlijk is. Onderwijs waarin studenten, docenten en werkveld elkaar over en weer uitdagen om het onderste uit de kan te halen. Kleinschalig onderwijs vraagt om kleinschalig organiseren. Het vraagt om docenten en teams die verantwoordelijkheid voor hun eigen werk opeisen. Die vertrouwen op hun kunnen. En bewijzen dat dat terecht is.
In teams met vertrouwen werken docenten die elkaar sterker maken. Ze gaan met een gerust hart een conflict aan omdat ze weten dat ze daarmee tot de best denkbare oplossing komen. Teams met vertrouwen hebben de durf om leiding te nemen en de dingen anders te doen als dat beter is. Zulke teams gedijen in een organisatie waarin leidinggevenden een bescheiden maar belangrijke rol spelen. Leidinggevenden die minder zelf beslissingen nemen. Die teams vragen wat ze nodig hebben om tot de mooiste dingen te komen. Die de durf hebben om teams te laten swingen. In zo’n organisatie leiden fouten tot discussie op het scherpst van de snede. Tot professionele conflicten om er samen beter van te worden. Niet tot nieuwe regels en controle. Het klinkt allemaal zo logisch. Maar we zijn er nog niet. We maken het elkaar op dit punt nog niet lastig genoeg.
Mijn burgemeester houdt van een mooi conflict. En het team dat een coach vroeg eigenlijk ook. Nu de rest nog. Het is de hoogste tijd om die professionele school van Andrée van Es echt met elkaar te maken.
OVER MARK BOITEN
Mark Boiten werkt sinds 2008 bij Windesheim. Na de kunstacademie studeerde hij personeel & organisatie, volgde een opleiding tot provocatief coach en rondde onlangs een MBA af. Hij is gedreven door de vraag hoe hij zijn omgeving kan laten excelleren door mensen met elkaar in verbinding te brengen. Hij legt de lat voor zichzelf en anderen hoog. Zijn kunstopleiding heeft hem geleerd om vanuit verschillende perspectieven te kijken naar maatschappelijke en organisatievraagstukken. Als docent in de kunstvakken leerde hij zijn studenten verder kijken dan hun neus lang was. Als coach en organisatieadviseur is hij direct en verbindend en nieuwsgierig naar wat mensen drijft in hun werk.
Naast zijn werk is Mark maatschappelijk actief, volgt de politiek met meer dan gemiddelde belangstelling en is een fanatieke fietser. Zijn grote droom is het schrijven van een ondeugend boek voor kinderen: Het Grote Poep en Pies Boek.